Introductiepakket
'Design in de klas' heeft introductie lessen ontwikkeld zodat scholen kennis kunnen maken met de manier van werken. Zo kan de docent ook ervaren hoe de lessen zijn opgebouwd. Tijdens de introductie lessen leren de kinderen te werken als een ontwerper. Ze gaan in 5 weken een uitvinding creëren. Het doel van de lessen is dat de kinderen zoveel mogelijk gebruik maken van hun fantasie. De kinderen gaan zelf op onderzoek uit welke vormen, kleuren en formaat past bij hun uitvinding. Jij als docent begeleidt ze in dit proces.
Introductie lessen
Leer 'design in de klas' kennen
Vak: Beeldende vorming
Groep: 4 t/m 8
Duur: 60-75 min
Aantal: 5 lessen
Uitgeschreven lessenpakket
Belangrijke aspecten in deze les:
-
Concept ontwikkelen
-
3D ontwerpen en bouwen
-
Verschillende technieken leren
-
Leren hoe je fantasie omzet in beeld
-
Vrij en autonoom denken en handelen
-
Samenwerken
Door de introductie lessen kan groep 4 tot en met groep 8 kennis maken met 'Design in de klas'.
Kerndoelen:
Het doel met de lessen uitvinding ontwerpen is dat je fantasie gaat stimuleren bij de kinderen. Bij deze lessen ga je minder aandacht geven aan het materiaal. Dat komt pas in de volgende lessenreeks aan bod.
De kerndoelen van de lessenreeks:
- Hoe kunnen kinderen een concept ontwikkelen?
- Wat betekend 3D ontwerpen en bouwen?
- Leren hoe je fantasie omzet in beeld.
- Hoe kunnen kinderen vrij en autonoom denken en handelen?
Zijdoelen:
Tijdens de lessen komen er veel zijdoelen aan bod. Wat de les compleet maakt en dat de kinderen bewust worden van het proces die jullie samen zijn begonnen.
De zijdoelen zijn van de lessenreeks:
- Samen evalueren
- Presenteren
- Samenwerken
Les 1 Wat is een uitvinding?
60 minuten
Techniek: werken met houtskool
Wat is houtskool?
Houtskool (Latijn: carbo), ofwel verkoling van hout, ontleent zijn betekenis aan de ontleding (pyrolyse) van hout. Het gaat om een bewerking waarbij hout wordt verhit op een zodanige wijze dat slechts een beperkte hoeveelheid zuurstof kan toetreden. Het grootste deel van het hout verbrandt dan niet en de vluchtige bestanddelen verdampen.
Er wordt vaker met houtskool gewerkt op basisscholen, wij werken vandaag met houtskool omdat het een materiaal is waar je makkelijk foutjes mee maakt. Dat is ook een doel voor vandaag. Laat je kinderen zien dat je fouten mag maken en dat het niet erg. Waarom? Omdat veel kinderen onzeker zijn over hun maak en teken skills. We willen laten zien dat er veel manieren zijn van tekenen en zo kunnen kinderen makkelijker beginnen met creëren.
Stap 1 t/m 5 10 minuten:
Stap 1: Deel de grote schilder bladen uit en allemaal 1 stukje houtskool.
Stap 2: Uitleg houtskool
- Vraag aan de kinderen of ze weten waar ze vandaag mee gaan tekenen? Zo niet, leg uit dat het houtskool is, we geven vandaag niet veel aandacht aan wat het precies is maar wat je er mee kan doen.
- Leg aan de kinderen uit dat het een kwetsbaar materiaal is. Daarom heb ik ook het materiaal uitgekozen. De kinderen worden bewust van de manier van tekenen. Met dit materiaal moet je namelijk niet te hard drukken anders gaat het stuk.
- We gaan vandaag ook alleen werken met het papier en houtskool, geen gum of potloden!
- Je maakt namelijk snel foutjes met houtskool en dat is ook de bedoeling. Zodat kinderen niet bang worden voor foutjes en durven te maken.
Stap 4: Laat de kinderen 8 vakjes tekenen met het houtskool, niet belangrijk of de lijnen recht zijn. Het is namelijk schetspapier.
Stap 5: oefenen met houtskool, je kan op verschillende manieren met houtskool werken. Jij doet het voor en de kinderen doen jou na. 4 kleine oefeningen
- Krassen met houtskool, laat de kinderen een huisje krassen met houtskool, een snelle techniek en belangrijk dat ze merken dat de kinderen mogen uitschieten of niet tussen de lijntjes hoeven te krassen
- Schetsen, laat de kinderen een huisje schetsen, bij deze techniek maak je hele klein krasjes achter elkaar. Weer een techniek waar je niet netjes hoeft te zijn. Je laat de kinderen zien dat je op verschillende manieren kan tekenen en dat dat mag.
- Tekenen met de ogen dicht, dit hoef je niet voor te doen. Laat alle kinderen hun ogen dicht doen en laat ze een huisje tekenen. Laat opnieuw merken dat wie er een perfect huisje tekent, waarschijnlijk stiekem heeft gekeken. Ze mogen fouten maken.
Ik herhaal de foutjes zo vaak omdat kinderen dan makkelijker iets kunnen creëren.
Wij gebruiken dit materiaal en deze technieken zodat kinderen dadelijk meteen aan de slag gaan. De kinderen krijgen het gevoel dat ze kunnen tekenen op verschillende manieren en geen fouten kunnen maken en aan de slag kunnen. Er zijn namelijk super veel manieren om te tekenen en iets wat er in je hoofd zit te kunnen laten zien aan andere in een tekening. Ze worden meer zeker over hun teken kunsten en dat is de bedoeling. Van een gedachte naar beeld.
5 minuten
Stap 4: We hebben nu geoefend met het materiaal en nu gaan we zelf aan de slag.
- Vraag aan de kinderen of ze weten wat een uitvinding is, dit mag een gesprek worden met de hele klas. Luister naar het filmpje om een voorbeeld gesprek te beluisteren als inspiratie voor het gesprek over uitvindingen met jou klas
- Tip: een uitvindingen is IETS WAT NOG NIET BESTAAT!
30 minuten
Stap 5: Laat de kinderen 4 verschillende uitvindingen tekenen. Tijdens het tekenen mogen de kinderen kletsen over hun uitvindingen. Kinderen hebben veel fantasie. Laat merken aan de kinderen dat het niet gek genoeg kan! Alles is mogelijk. Tijdens het tekenen zullen er ook kinderen zijn die het wat moeilijker vinden. Laat deze kinderen afkijken bij andere kinderen. Sommige kinderen vinden het niet leuk maar vertel dat de kinderen elkaar kunnen inspireren. Als iemand jou na doet dan heb je de andere geïnspireerd. Kinderen kunnen elkaar goed helpen in dit proces.
Ook jij als docent speelt in deze fase een grote rol. Loop rond en praat over hun uitvindingen. Maar ben wel streng met de opdracht. Ze moeten een uitvinding maken die nog niet bestaat, iets wat je nog nooit hebt gezien. Luister ook naar een gesprek hieronder als inspiratie voor in jou klas.
10 minuten
Stap 5: Presenteren. Kies een paar kinderen uit om hun uitvinding te presenteren. Laat het kind opstaan en haar teken papier omhoog houden. Laat het kind vertellen waar de uitvinding over gaat en misschien hebben andere kinderen ook vragen over de uitvinding, geef daar ook de ruimte voor.
5 minuten
Stap 6: Neem de uitvindingen serieus en laat duidelijk merken dat het erg knap is dat ze helemaal zelf een uitvinding hebben gemaakt. Bewaar de tekeningen voor 1 week we gaan hier namelijk volgende week mee verder. Het is een proces waar je samen met de kinderen volgende week verder aan gaat werken.






Les 2: Van 2D naar 3D
60 minuten
Techniek: werken met klei
Stap 1: deel alle kinderen een stuk klei uit zo groot als een vuist.
10 minuten
Stap 2: Werken met je handen en met de klei, gaan we beginnen met een paar kleine oefeningen.
- Pak een klein stukje klei en leg die midden in je hand, leg je andere hand daar op en rol een klein perfect balletje.
- We gaan dan van het bolletje gaan we een slang rollen, leg de kei op de tafel en rol een dunne slang. Je handen gaan van voor naar achter tot het steeds dunner wordt.
- Pak het overige deel van de klei en kneed een grote bal. Tot hij helemaal rond is, als dat is gelukt vraag de kinderen of ze nu ook hiervan een grote dobbelsteen kunnen maken. Bekijk het filmpje hoe je dat kan doen.
- Maak uit eindelijk van de grote dobbelsteen een pannenkoek. Het hoeft niet helemaal rond te zijn want we maken deze pannenkoek met onze vingers. Bekijk het filmpje hieronder hoe.
Waarom doen we deze kleine oefeningen? Je denk vooral voor de bovenbouw is dit best wel makkelijk. Ja dat klopt maar als je deze oefeningen niet met de kinderen doet kunnen ze vast lopen omdat je met deze basisvormen bijna alles kan maken. Ze kunnen daardoor snel aan de slag gaan. Ze leren hoe ze hun handen kunnen gebruiken om de klei te bewerken. Dit voorkomt kleine foutjes zoals dat het klei niet aan de tafel blijft plakken.

30 minuten
Stap 3: van de 2D tekeningen van vorige week, gaan we de tekeningen van de uitvindingen nu 3D kleien.
- Bespreek als aller eerste wat 2D en 3D betekent. 2D betekend namelijk plat en 3D betekend dat het een voorkant, achterkant, onderkant, bovenkant en zijkanten heeft. Neem ook voorbeelden: Ben ik 2D? is dit papiertje 2D? is jou stoel 3D?
- Nu is het belangrijk dat ze hun 2D tekening zelf in het 3D gaan kleien. Daarom gebruiken wij ook dit materiaal. Het is makkelijk om met klei 3D te uitvindingen te maken.
- Tijdens het maken is het belangrijk dat je rond loopt om te kijken of het echt 3D wordt gewerkt. Bekijk de verschillen op de foto. Maar bespreek ook waarom ze deze uitvinding hebben gekozen. Wat kan de uitvinding allemaal? Waarom heb je dit verzonnen? Waarom is jou uitvinding speciaal?
10 minuten:
Stap 4: deel alle kinderen een rond papiertje uit en laat hun naam eruit schrijven. Ze mogen hun uitvinding een naam geven. Geef de uitvinding een naam die iets te maken heeft met wat je uitvinding kan.
10 minuten :
Stap 5: leg het papiertje met hun uitvinding midden op hun tafel en laat de klas rond lopen en naar elkaar uitvinding kijken. Zo zet je hun kunstwerken op een podium, neem de uitvindingen serieus. Loop ook mee een rondje en bekijk ook de uitvindingen, je zal zien dat alle kinderen het leuk vinden om elkaars werk te zien. Ze gaan vragen aan elkaar stellen wat ze zien en willen graag uitleg over de uitvinding. Ze delen hun creativiteit en dat is belangrijk voor de kinderen die de opdracht moeilijk vinden. Hoe denken andere kinderen en hoe zetten ze dat om in beeld? Ze worden geïnspireerd door elkaar.




Les 3. Wat is papier?
In deze les gaan we met papier werken. Er zijn veel verschillende manieren om met papier te werken maar meestal gebeurt dat 2D. Vandaag gaan we groot en 3D werken.
Stap 1: Deel grote vellen papier uit, scharen, plakband, tape en pritt stiften.
Stap 2: Inleiding opdracht
- Vraag aan de klas: wat kan je allemaal van papier maken?
- Vraag aan de klas: wat kan je allemaal met papier doen?
- Als een kind zijn of haar vinger op steekt, geef het een papiertje en laat de rest mee kijk wat je er mee kan. De kinderen zullen waarschijnlijk een vliegtuigje vouwen of een propje makenof scheuren, vouwen, oprollen. ( op deze manier laat je meteen gemakkelijk zien wat je allemaal met papier kan doen. Daardoor gaan de kinderen op een brede manier naar papier kijken)
- Leg uit dat we vandaag met papier hun uitvinding gaan bouwen. Dat ga je vandaag niet alleen doen maar met je tafelgroepje. Je gaat samen 1 uitvinding uitkiezen die je de vorige les hebt gemaakt. Willen ze een nieuwe uitvinding maken? Dat mag, maar belangrijk dat ze daar niet te veel aandacht aan besteden. Het draait vandaag om het materiaal papier en dat ze daar mee uitvindingen gaan creëren.
- Hoe ga de uitvinding maken: Je gaat de uitvinding in het 3D maken van papier
- Vraag stellen aan de klas: is papier 3D? (nee want papier is plat)
- Hoe kan je papier 3D maken? ( door te vouwen of rollen) Laat de kinderen dat eerst zelf uitvinden door middel vragen te stellen. Hoe kan je papier laten staan? Wat kan je allemaal van papier doen? Wat kan je allemaal van papier maken?
- Vorige week hebben we klein gewerkt in 3D vandaag gaan we groot werken. Je bent namelijk met een groepje en alle kinderen moeten iets kunnen maken. zodat je met zijn alle de uitvinding kan gaan bouwen van papier.
Samenwerken:
Bij de meeste basisscholen wordt hier veel aandacht aan besteed, bij deze lessen reeks is het extra belangrijk. Waarom? Omdat kinderen elkaar kunnen helpen om hun creativiteit op te wekken, elkaar te inspireren en elkaar te helpen met maken. Bij sommige kinderen zal dit makkelijker af gaan dan bij andere.
- Het groepje moet van te voren een plannetje maken, wie gaat wat doen?
- Vraag aan de klas wat er belangrijk is als je samenwerkt, zodat ze dat tijdens het maken nog een keer fris in het geheugen zit.
LETS DO THIS: we gaan beginnen met maken. Bekijk de voorbeelden hieronder.
Rondlopen: Vandaag is de vraag: waarom ben je deze uitvinding aan het maken belangrijk!
De WAAROM vraag gaat over een concept ontwikkelen. Als het antwoord is, omdat ik dat leuk vind. Mag je de kinderen vragen om er goed over na te denken waarom ze het dan leuk vinden. Ga samen met het groepje opzoek naar de onderliggende gedachte van de uitvinding. Voor voorbeelden kijk hieronder. Dit gaat makkelijk samen tijdens het maken. Laat de kinderen ondertussen kletsen over hun ideeën.
Presenteren:
- Kies 2 groepjes uit om naar voren te komen in de klas en hun papieren uitvinding te presenteren.
- Stel de vragen: waarom heb je dit gemaakt. Omdat ze dan het proces herhalen en daar ook bewust van worden. Laat de kinderen ook vragen stellen, of complimenten geven.
Les 4 brainstormen & een bouwtekening maken
Dit is een pittige opdracht. Wat is een bouwtekening? Een tekening van de uitvinding die je later gaat bouwen. De tekening heeft 4 zijaanzichten.
1 tekening van de uitvinding aan de voorkant.
1 tekening van de uitvinding aan de achterkant
1 tekening van het zijaanzicht
1 tekening van het bovenaanzicht
Waarom gaan de kinderen deze tekening maken? Omdat ze een uitvinding met meerder kinderen gaan bouwen en zodat iedereen weet wat ze precies gaan bouwen. Daarnaast leren ze de stap van een tekening naar 3D bouwwerk te maken. De bouwtekening hoeft niet perse te kloppen maar wel belangrijk dat ze het proberen. Een oefening van 2D naar 3D werken.
Stap 1: deel potloden en 1 groot vel papier per groepje uit.
Stap 2: leg uit wat een bouwtekening is
Neem een voorbeeld, belangrijk dat het een simpel voorbeeld is. Kijk om je heen in de klas en neem bijvoorbeeld de stoel waar je op zit of de tafel naast je. Het kan ook je pennenbakje zijn. Laat de voorkant ziet, zijkant, achterkant, onderkant zien alle kant kanten van het object ziet er anders uit en al die kanten gaan jullie tekenen.
Zie hier onder een voorbeeld van kinderen die een bouwtekening hebben gemaakt. Belangrijk dat je geen voorbeeld van een echte bouwtekening aan de kinderen laat ziet, kinderen gaan dit al snel nadoen. Laat ze zelf nadenken en uitproberen. Lukt het 1 groepje wel en het andere groepje niet. Laat ze elkaar helpen. Nogmaals, kinderen kunnen elkaar heel erg goed helpen in dit proces.
Stap 3: Maak met het groepje een plan, wie gaat welke kant tekenen? Laat de kinderen ondertussen met elkaar praten over de bouwtekening en de uitvinding.
Stap 4: De juf loopt rond om te helpen, je hoeft het niet voor te doen. Gaat het helemaal mis bij sommige groepjes. Het is niet erg. Als ze de kinderen zelf maar aan de slag zijn en niet een voorbeeld van jou aan het namaken zijn.
HET GESPREK: Het gesprek dat je aangaat met de kinderen elke les is erg belangrijk. De kinderen vertellen over hun fantasieën en ik denk dat zo creativiteit kan groeien. Ze voelen elke les meer dat ze vrij zijn in dingen maken en verzinnen.


Les 5: Prototype maken
Wat is een prototype? Dat is de uitvinding voor dat je het in het groot gaat maken, ga je het in het klein maken.
We gaan vandaag met de kinderen de uitvinding in het klein maken van afval materiaal (papierbak in de klas). Zo klein als je hand.
Stap 1: Herhaal met de kinderen wat 3D maken betekend. Neem een paar voorbeelden uit de les: Wat is papier? De kinderen hebben daar 3D en groot gewerkt met papier.
Stap 2: Leg de opdracht uit: Vandaag ga je met je groepje de uitvinding in het klein van karton maken. Je gebruikt de bouwtekening van vorige week en je legt uit dat dit een voorbereiding is voor de volgende keer. Als je de uitvinding in het groot gaat maken. Je maakt vandaag eigenlijk een klein voorbeeld.
Stap 3: Maar de instructie tafel met verschillende materialen. Dit kunnen doosjes zijn, bekertjes,
Stap 4: Ze gaan in het groepje samen 1 prototype maken. Dit gaat er om dat ze de vorm gaan bepalen. In 3D. Ze kunnen hun bouwtekening gebruiken als voorbeeld. We gaan vandaag werken van 2D naar 3D. Dat is voor sommige kinderen moeilijk. Daarom werken ze vandaag in groepjes.
Stap 5: Samenwerken, bekijk de les: Wat is papier? Daar kan je tips vinden hoe de kinderen het beste het proces kunnen doorlopen. Welke stappen kan je nemen om goed samen te werken.
Instructie kaarten.
Inleiding:
Bij elke lessen reeks zitten instructie kaarten voor extra informatie. Deze instructie kaarten geven je meer achtergrond informatie over verschillende kerndoelen en zijdoelen. Je kan namelijk de lessen gebruiken voor verschillende doel einde.
Lessenreeks:
In de lessen doe ik een voorstel om naar de instructie kaarten te kijken, dit is je eigen keuze. De instructie kaarten geven jou als docent informatie over een gedachte gang waar je zelf mee aan de slag kan. Zodat de kinderen bij jullie op school zo veel mogelijk uit hun creativiteit kunnen halen.
Eigen lessen ontwerpen:
Met deze instructie kaarten krijg je genoeg informatie om de gedachte gang als een ontwerper te begrijpen om uiteindelijk ook zelf lessen te ontwerpen. Het is een nieuwe manier van kijken naar materiaal, maken, vormen, kleuren en creativiteit stimuleren.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Kinderen kunnen van elkaar leren
Ik heb al snel gemerkt dat kinderen naar elkaar kijken als ze aan het maken zijn. Vooral de kinderen die het moeilijk vinden om met de vrijheid om te gaan. Zij weten niet zo goed weten waar ze moeten beginnen. Het kijken naar andere kinderen, zal het kind helpen om te beginnen. Het kind ziet dat het voor iedereen zoeken is en dat is precies hoe het proces begint. Er zijn kinderen die meteen een plan hebben. Zij weten wat ze willen maken en dat begint vaak met wat ze interessant vinden. Er zijn echter meer kinderen die aan het zoeken zijn naar ideeën. Door dat kinderen elkaar nadoen en met elkaar in gesprek gaan, zullen ze elkaar erg goed kunnen helpen.
In het begin van de les moedig ik kinderen aan om elkaar te helpen. Daarom draait het in de lessen ook zo vaak om samenwerking. Als kinderen samenwerken kan het concept groeien. Het project wordt interessanter voor de kinderen. Door het samenwerken zal ook de fantasie groeien, omdat het gesprek blijft doorgaan tijdens het maken. Hoe gaan we het maken? Hoe gaat het eruit zien? Welke materialen gaan we gebruiken? Waarom gebruiken we deze materialen?
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoe kunnen kinderen elkaar helpen?
Het doel is om een uitvinding te bedenken. Ze hebben verschillende concepten bedacht en alles is op dit moment mogelijk. De kinderen komen met de gekste uitvindingen. Er zijn ook kinderen in de klas die het een moeilijke opdracht vinden. Ze vinden het moeilijk om een uitvinding te verzinnen. In de eerste 4 weken heb ik aandacht gegeven aan de kinderen die juist makkelijk concepten kunnen ontwikkelen en dit kunnen omzetten in beeld. Waarom ik eerst de kinderen aandacht geef die het meteen aanpakken? Omdat kinderen erg goed zijn in afkijken. Het afkijken bedoel ik niet in de negatieve zin. Afkijken heeft ook te maken met kijken hoe de ander het aanpakt en hier kunnen ze iets van leren. Na de eerste 4 weken zijn er al heel veel kinderen vrijer in denken om een uitvindingen te verzinnen. Toch blijf je in elke klas een paar kinderen hebben die dit moeilijk vinden. Het gesprek met een individueel kind is belangrijk om erachter te komen waarom hij het moeilijk vindt. Dat kan voor ieder kind anders zijn. Probeer vooral eerst ruimte te laten voor klasgenoten om deze kinderen te helpen. Het liefste wil je niet dat ze het voor de andere gaan maken, maar het is wel een begin om het kind die het proces moeilijker vind te laten zien hoe het moet. Ook kunnen kinderen erg goed met elkaar in gesprek als het gaat over maken. Ze spreken naar elkaar uit hoe de vormen eruit zien en met welk materiaal het gemaakt moet worden. Als kinderen met elkaar hier over praten, helpen ze elkaar. Ze helpen elkaar met ideeën maken, materialen bewerken, concepten bedenken en nieuwe vorm en technieken ontdekken.
Als ze gaan samenwerken, kunnen kinderen die het wat makkelijker vinden taken geven aan degene die het moeilijker vinden. Want tijdens het samen werken moeten er taken worden verdeeld en zo weet het kind wel precies waar hij kan beginnen. Meestal is het begin het moeilijkste voor het kind. Dit verdelen van taken kan hier dus goed bij helpen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Gesprekken met de kinderen tijdens de les
Wat is er belangrijk als je achter het doel van het kind probeert te komen? Het begint bij de focus te leggen op het pad wat ze bewandelen. Dat pad is super vrij en heeft geen richting. De kinderen mogen zelf richting bepalen. Tijdens deze reis hoop je dat de kinderen dingen tegen komen die ze van te voren niet hadden verwacht. Dit zal niet zo snel gebeuren als een kind altijd met een gegeven doel in hun hoofd aan de slag gaat. Het zal geen doel zijn wat de docent van te voren logischerwijs kan verwachten. Hoogstwaarschijnlijk zal het een afslag zijn die je zelf nog nooit hebt genomen.
Vervolgens is het de taak als docent om ze in dit doel te begeleiden, in de resterende tijd van de lessen. Hoe kan je ervoor zorgen dat ze nieuwe dingen tegenkomen? De eerste stap is door te blijven vragen waarom en hoe.
De eerste 8 weken zijn wij bezig geweest met een uitvinding. Ik heb de lessen destijds zo opgebouwd, dat de kinderen na 8 weken zelf een uitvinding hadden ontworpen. In dit proces was het eindresultaat niet het belangrijkste. Het maakproces was veel belangrijker. Hierom heb ik de meeste aandacht gegeven aan het voelen van vrijheid. Zodat de kinderen fantasie kunnen omzetten naar beeld. Dat heb ik vooral gedaan door het gesprek aan te gaan met de kinderen. Kinderen te begrijpen waar hun inspiratie vandaan komt en dit proberen uit te dagen door vragen terug te stellen. De waaromvraag was daarvoor erg belangrijk, want elke uitvinding had een persoonlijk verhaal. De kinderen waren zo vrij gelaten in het kiezen van hun uitvindingen, dat ze meestal een onderwerp kozen waar ze interesse in hebben. Dit zorgt er ook voor dat een opdracht langer leuk blijft.
Het gesprek met de kinderen kost tijd, maar het is belangrijk dat je daar de tijd voor neemt. Ook om het gevoel te geven aan de kinderen dat je samen aan het experimenteren bent. Als je samen aan het ontdekken en onderzoeken bent dat geef je het kind het gevoel dat hij zelf zijn eigen concept/verhaal/idee mag maken. Het is dan belangrijk dat je meegaat in zijn of haar verhaal. Vraag om meer details en hoe ziet het idee er dan uit in vorm en materiaal? Dit geld eigenlijk voor alle lessen. Ga samen met de kinderen aan tafel zitten en ga dat gesprek aan. Ga samen met de kinderen persoonlijke concepten ontwikkelen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vragen stellen aan de kinderen tijdens het maken.
De inspiratie van Iris van Herpen gebruik ik niet in de uitleg van de kinderen. Ik gebruik deze bij het voeren van de gesprekken tijdens de lessen. Als kinderen het moeilijk vinden om een uitvinding te verzinnen, dan probeer ik met een gesprek erachter te komen wat ze leuk of interessant vinden.
In het geval de kinderen niet weten waar ze moeten beginnen met het verzinnen van een uitvinding. Dan vraag ik het kind: “Wat vindt je leuk om te doen?” Dat kan variëren van buitenspelen tot sporten, gamen, tekenen, interesse in dieren, natuur of mode. De volgende belangrijke vraag is dan: “Wat vind je er dan zo leuk aan?” Bij heel veel kinderen komt er op dat moment al snel een link met een uitvinding. Bijvoorbeeld: “Oh mag ik ook iets verzinnen voor mijn paarden?” of: “Een tool waar ik beter mee kan worden in gamen?” Deze combinatie werkt altijd erg goed. Gebeurt dit niet in het gesprek dat geef ik nog een laatste zetje om bijvoorbeeld het volgende te vragen, wel afhankelijk van de interesse natuurlijk: “Wat zou buiten spelen nog leuker maken, kunnen we daar iets voor verzinnen?” Of: “Waardoor zou je nog beter kunnen paardrijden, kunnen we daar een uitvinding voor verzinnen?” Het woord ‘we’ gebruiken helpt ook heel erg, omdat de meeste kinderen die het moeilijk vinden om te beginnen een beetje onzeker zijn. Mede door de vrijheid die ze van mij hebben gekregen. Met het woord ‘we’ gaan we samen het proces aan en ga je het gesprek verder aan over wat deze uitvinding dan zou kunnen zijn. Wel goed de opdracht in je achterhoofd houden. Is het wel echt een uitvinding? Dus is het echt iets wat we nog niet kennen, wat nog niet is bedacht. Iris van Herpen is een inspiratie geworden voor het proces van mijn lessen. Hoe kan ik kinderen verder helpen in hun proces? In de hoop hun fantasie om te kunnen zetten in beeld. Op deze manier kunnen ze ook hun fantasie delen met anderen.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Samen met de kinderen evalueren.
Samen evalueren met de kinderen kan op verschillende manier, maar eerst wil ik jullie vertellen waarom het belangrijk is. Tijdens het maken, experimenteren en ontdekken gebeurt er veel. Ik vind het belangrijk dat kinderen daar bewust van worden. Omdat ze ontdekkingen doen met het materiaal wat verschillende technieken kan opleveren. Daarnaast kan je er nieuwe concepten mee ontwikkelen. Daarom vraag ik de kinderen meestal achteraf hun proces te vertellen. Dit is een leerproces waar kinderen steeds beter in worden hoe vaker je dit doet. Het eerste evaluatiegesprek zullen de kinderen het moeilijker vinden om te vertellen wat ze allemaal hebben ontdekt. Na een paar lessen zullen ze meer in detail kunnen vertellen. Over wat voor proces ze hebben doorlopen om uiteindelijk te maken wat ze hebben gemaakt. Het belangrijkste tijdens de evaluatie is dat je de juiste vragen stelt. Vragen waar je zelf ook nog geen antwoord op hebt. Je bent namelijk samen aan het ontdekken. Je houd als docent in je achterhoofd dat het proces zichtbaar wordt doormiddel van woorden. Begrijpt iedereen na de evaluatie hoe ze tot dit idee zijn gekomen? Zo niet, laat de andere kinderen vragen stellen zodat ze het beter moeten gaan uitleggen.
Belangrijk tijdens het evalueren:
- Maak het proces zichtbaar door vragen te stellen aan de kinderen.
- Kleine ontdekkingen krijgen even veel aandacht als grote ontdekkingen.
- Houdt het doel tijdens het evalueren in je achterhoofd, zo kan je gerichte vragen stellen.
- Laat de kinderen aan elkaar vragen stellen, zodat ze worden uitgedaagd en dieper moeten graven in het proces om tot antwoorden te komen.
- De kinderen laten elkaar ontdekkingen zien, andere kinderen kunnen hiervan leren. Benoem dit!
Evalueren kan ook tijdens de les, dit helpt kinderen om elkaar ideeën te geven. Laat de kinderen even stoppen en roep ze bij elkaar. Op dat moment kunnen de kinderen vertellen wat ze allemaal hebben ontdekt. Hierdoor kunnen kinderen die het moeilijker vinden of nog niet zijn begonnen, ook ideeën opdoen. Daarnaast is het ook belangrijk omdat het kind bewust wordt wat hij of zij aan het doen is. Hierdoor kunnen ze daarna veel gerichter verder met hun doel. In dit gesprek is het belangrijk dat je de kinderen stimuleert om verder te gaan met experimenteren. Vragen die je kan stellen om het evaluatie gesprek opgang te krijgen, hangen heel erg af van de les en de focus daarvan.
Fantasie gebruiken:
Gaat het over ideeën bedenken, concepten ontwikkelen, eigen interesse ontdekken, ben dan nieuwsgierig naar waar hun ideeën vandaan komen. Geef niet zo veel aandacht aan hoe ze dat hebben om gezet in beeld. Je gaat vooral aandacht geven aan fantasie. Hoe hebben ze hun interesse omgezet in een concept of idee. Het is in deze fase nog niet belangrijk hoe ze het hebben verwerkt in hun project.
Experimenteren met materiaal:
In deze fase gaat het minder om het idee maar wat ze allemaal hebben ontdekt. Ze gaan het materiaal zelf ontdekken. Welke stappen zijn belangrijk om tot deze ontdekkingen te komen. Daarnaast zullen ze ook door het experimenteren het materiaal beter leren kennen, daar mag je ook aandacht aan geven. De eigenschappen van het materiaal.
Materiaal ontdekken:
Materiaal ontdekken komt van het experimenteren. In deze evaluatie ga je alleen aandacht geven aan het materiaal en welke technieken ze hebben gebruikt om bij het eindproduct te komen. Geef niet te veel aandacht aan het eindproduct maar de reis er naar toe. Hoe zijn ze hier gekomen en wat hebben ze ontdekt.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Brainstormen met de kinderen
In het begin van elke les kan je samen met de kinderen brainstormen. Wat houdt dat in? In elke les zitten verschillende onderdelen die je met de kinderen kan ontleden zonder dat jij het antwoord geeft. De taak van de docent is zo veel mogelijk vragen stellen. Ontleden doe je door te vragen aan de kinderen wat je er allemaal bij kan bedenken.
Voorbeeld voor de lessen waar ze een uitvinding maken:
- Wat is een uitvinding?
- Wat doet een uitvinder?
- Kan iemand zelf een uitvinding bedenken?
Tijdens de brainstorm houd je strak vast aan het idee wat een uitvinding is. Een uitvinding is iets wat nog niet bestaat. Als kinderen iets bedenken wat (nog niet) bestaat ga je daar op in door te vragen: is dit een uitvinding? De uitvinding die is bedacht, bestaat die al?
Pak een groot vel en stiften. Laat de kinderen woorden opschrijven of kleine tekeningen maken wat te maken heeft met een uitvinding. Het zelfde vel papier mag door meerdere kinderen gevuld worden zodat het aan het eind vol is. Aan het eind is iedereen gevoed met ideeën.
Het brainstormen kan je ook door de kinderen zelf laten doen. Verdeel de kinderen in groepjes en geef elk groepje 1 groot vel papier en meerdere kleurpotloden. Laat de kinderen zelf hun ideeën op papier zetten. Het gesprek tijdens de brainstorm is erg interessant voor de docent zelf. Je zal er zelf ook ideeën van krijgen om bijvoorbeeld nieuwe lessen mee te ontwikkelen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Elkaar inspireren juf en kind
In je eentje lessen bedenken is best wel moeilijk. Om lessen te ontwikkelen moet je geïnspireerd worden. Hoe kan je dat doen? Begin door jezelf af te vragen wat je belangrijk vindt tijdens beeldende vormgeving. Als voorbeeld nemen we het ontdekken van een techniek. Je wilt graag dat de kinderen zelf technieken gaan ontdekken, maar hoe laat je de kinderen dat doen? Dat is door goed naar de kinderen te kijken en ze te observeren tijdens de lessen. Schrijf letterlijk alles op wat je ziet. Geïnspireerd raken om lessen te ontwikkelen begint namelijk met observeren. Hoe werken kinderen met materialen, kleuren en vorm? Welke gesprekken voeren de kinderen met elkaar? Welke projecten zijn voor jou interessant en waarom? Welke stappen die de kinderen maken zijn niet interessant voor jou en waarom? Goed observeren is iets waar je jezelf in kan trainen. Dit is iets wat herhaling nodig heeft. Deze herhaling helpt in het herkennen van een patroon. Een patroon tussen verschillende soorten lessen en je gaat er uiteindelijk kunnen uithalen wat voor jou belangrijk is.
Dit zal helpen bij het ontwikkelen van nieuwe lessen die te maken hebben met dat onderdeel. Om zelf lessen te ontwikkelen zal je kleine onderdelen uit verschillende lessen halen om zo een les te maken dat jou doel ondersteund. De kinderen kunnen jou hierbij helpen. Naast dat je goed gaat kijken wat er gebeurt moet je ook goed luisteren naar de kinderen. Wat haalt een kind uit een gemaakt werkstuk, wat vertellen ze erover? En waarom? Houd je doel in het achterhoofd, in dit geval technieken ontdekken. Hebben ze deze les een nieuwe techniek ontdekt? Ja of nee? Zijn de kinderen er bewust van dat ze een nieuwe techniek hebben ontdekt? Ja of nee?
Om nieuwe lessen te ontwikkelen hoef je zelf niet eerst alle technieken op te zoeken of zelf te ontdekken. Kinderen kunnen jou hierbij helpen. Wil je dat de kinderen met bepaald materiaal leren werken? Ga dat dan samen doen, haal het materiaal uit de kast en ga samen op zoek wat je allemaal met het materiaal kan doen. Dat kan op een simpele manier: Leg het materiaal in het midden en vraag aan de kinderen wat je er allemaal mee kan maken. Tijdens samen experimenteren ga jij opzoek of een kind een bepaalde techniek laat zien. Herhaal deze techniek zodat ook de andere kinderen hier bewust van worden. Het kunnen ook technieken zijn die jij zelf nog niet kent. Technieken buiten de conventionele technieken om. Voor mij is het een techniek als de kinderen er een creatie van hebben kunnen maken.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------